Clockwork Orange
Stanley Kubrick, 1971
We
bekijken
een
film
in
verschillende
etappes
met
behulp
van
twee
eenvoudige
ineractiev
startvragen:
-wat
zien
we?-
en
-Wat
horen
we?-
Zo
worden
we
al
snel
actief
getuige
van
de
ontwikkeling
van
de
beeldtaal
en
de
kracht
van
het
scenario,
met
andere
woorden,
van
het
fascinerende samengaan van vorm en inhoud.
Nooit gezien? Eén keer? Vijf keer? Tien keer? Maatk niet uit. Keer op keer ontdekken we iets nieuws. Dat is de kracht van film.
Alles kan. Doe gerust een voorstel of laat je leiden…
In
1971
zorgde
Stanley
Kubricks
verfilming
van
Anthony
Burgess’
gelijknamige
boek
uit
1962
voor
heel
wat
ophef.
De
deprimerende
voorstelling
van
de
fictieve(?)
maatschappij
waarin
eht
hoofdpersonage
Alex
en
zijn
vrienden
zich
proberen
staande
te
houden
zorgde
voor
een
van
de
flagrantste
vormen
van
zelfcensuur:
na
klachten
over
mensen
die
het
geweld
uit
de
film
imiteerden
zou
Kubrich
zijn
film
zelf
in
Groot-Brittannië
uit
roulatie nemen.
“Leren
lezen
en
schrijven
is
wereldwijd
een
logische
eerste
stap
in
het
het
onderwijs.
Zonder
taal
is
communicatie
onbestaande.
Vandaag
is
die
communicatie
heel
dikwijls
audiovisueel,
en
dus
niet
uitsluitend
literair.
(…)
De
grammatica,
de
structuur,
hetschrijven,
het
inzicht
in
het
creëren
van
de
beeldtaal
is
essentieel
om
beeldtaal
zo
juist
mogelijk
te
kunnen
lezen
of
interpreteren.
De
manipulatie
door
de
media
en
de
moeilijkheid
om
het
beeld dat ons over de samenleving wordt voorgeschoteld zo juist mogelijk te plaatsen, neemt elke dag toe.”
(Stijn Coninx, filmmaker)