Een voorbeeld
waarbij de hele leerlijn (= 36 lesuren) aan bod komt op basis van 2 sessies per schooljaar:
Narratief
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 1
Jaar 2
Hoe
eenvoudig
of
complex
ook,
elke
film
vertelt
een
verhaal
op
een
bepaalde
manier
(narratief)
en
toont
dat
verhaal
visueel
en
auditief
op
een
bepaalde
manier
(stilistisch).
We
halen
deze
fundamenten
uit
elkaar
en
bouwen
vervolgens
aan
de
hand
van
12
mogelijke
sessies
een
gefundeerde basis beeldgeletterdheid met behulp van aantrekkelijk beeldmateriaal uit 13 decennia filmgeschiedenis.
Een
sessie
neemt
in
principe
2
uur
in
beslag.
Eerst
brengen
we
het
theoretisch
kader
en
de
belangrijkste
begrippen
aan,
daarna
gaan
we
eventueel wat interactiever met de groep aan de slag met behulp van heel wat extra fragmenten.
“Leren
lezen
en
schrijven
is
wereldwijd
een
logische
eerste
stap
in
het
het
onderwijs.
Zonder
taal
is
communicatie
onbestaande.
Vandaag
is
die
communicatie
heel
dikwijls
audiovisueel,
en
dus
niet
uitsluitend
literair.
(…)
De
grammatica,
de
structuur,
hetschrijven,
het
inzicht
in
het
creëren
van
de
beeldtaal
is
essentieel
om
beeldtaal
zo
juist
mogelijk
te
kunnen
lezen
of
interpreteren.
De
manipulatie
door
de
media
en
de
moeilijkheid
om
het
beeld dat ons over de samenleving wordt voorgeschoteld zo juist mogelijk te plaatsen, neemt elke dag toe.”
(Stijn Coninx, filmmaker)
setting
Hoe
bepaald
of
onbepaald
ook,
elk
filmverhaal
speelt
zich
ergens
af.
Daarmee
verwijzen
we
in
eeste
instantie
natuurlijk
naar
een
bepaalde
locatie,
maar
daarnaast
ook
naar
een
tijdstip
of
een
tijdsperiode
en
een
sociale
of
maatschappelijke
context.
Welke
rol
kan
zo’n
setting spelen binnen het grotere verhaal?
Je
leert
filmische
kenmerken
van
begrippen
zals
locatie,
periode,
tijdstip,
tijdsduur,
sociale
context
en
wetten
van
de
wereld
kennen.
Daarnaast
leer
je
binnen
eigen
gekozen
en/of
opgelegde
films
de
setting
van
het
verhaal
analyseren op verschillende verhaalniveaus.
opening
You
never
have
a
second
chance
to
make
a
first
impression.
De
start
van
een
film
is
van
het
allergrootste
belang.
Hoe
laat
een
filmmaker
zijn
kijker
kennismaken
met
de
verhaalwereld
en
waarom
doet
hij
dat
op
een
bepaalde
manier?
Maar meer nog: wanneer start een film eigenlijk?
Na
deze
sessie
ken
je
de
functie,
het
belang
en
de
kenmerken
van
studiologos,
opening
credits
en
openingsscènes
en
kun
je
deze
begrippen
bespreken
binnen
eigen
gekozen
en/of
opgelegde films.
basiscomponenten
In
elk
filmverhaal
kunnen
we
op
zoek
gaan
naar
de
bouwstenen
die
de
plot
onder-
steunen.
Maar
over
welke
bouwstenen
gaat
het
precies?
Wat
zijn hun kenmerken? En wat als ze ontbreken?
Je
leert
het
belang
van
de
typisch
filmische
kenmerken
van
begrippen
zoals
protagonist,
dramatisch
doel,
conflict,
risico
en
time
lock
kennen.
Daarnaast
leer
je
deze
destilleren
en
analyseren
binnen
eigen
gekozen
en/of
opgelegde films.
verhaalstructuur
Uiteraard
vormen
de
meeste
filmverhalen
een
mooi
aaneensluitend
geheel,
maar
dat
geheel
is
meestal
opgebouwd
uit
kleinere
structuur-
elementen
met
specifieke
kenmerken.
Welke
elementen
zijn
dat?
En
moeten
ze
wel
degelijk
steeds voorkomen?
Na
deze
sessie
ken
je
de
kenmerken
van
begrippen
zoals
een
scène,
een
sequentie,
een
act
maar
ook
van
volledige
verhaalcomposities
zoals
de
3-actstructuur
en
enkele
varianten.
Bovendien
kunnen
ze
zowel
kleine
als
grotere
structuur-
gehelen
analyseren
binnen
eigen
gekozen
en/of
opgelegde films.
vertelstandpunten
Begrippen
als
een
ik-verteller,
een
personele
verteller
of
een
alwetende
verteller
kennen
we
vanuit
de
literatuurstudie.
Maar
wie
vertelt
een
filmverhaal?
En
hoe
kunnen
we
dat
al
kijkend
ontdekken?
Na
deze
sessie
ken
je
de
kenmerken
en
het
nut
van
begrippen
zoals
point
of
view,
de
neutrale
blik,
kijken
met,
kijken
als
en
mentale
ocularisatie.
Bovendien
kunnen
ze
binnen
eigen
gekozen
en/of
opgelegde
filmfragmenten
deze
vertelstandpunten
herkennen
en
analyseren
in
functie van de vertelling.
Zien is geloven
Dat
we
in
een
beeldcultuur
leven
is
ondertussen
een
understatement:
we
worden
overspoeld
door
beelden.
Een
schijnbaar
onweerstaanbare
kijkdrang
zuigt
als
het
ware
miljoenen
slachtoffers
naar
televisie-,
computer-
en
andere
schermen.
Waar
komt
die
kijkdrang
vandaan?
Wat
zijn
de
gevolgen
daarvan?
En
zijn
de
gevolgen
ook
meteen gevaren?
Onze
zoektocht
naar
een
antwoord
op
die
vragen
brengt
ons
via
zeer
divers,
jawel,
beeldmateriaal,
bij
een
Nobelprijswinnaar
voor
economie,
Susan
Boyle
en
spraakmakende
filmmakers
zoals
Alfred
Hitchcock
en
Werner
Herzog.
Zullen
zij
ons
kunnen
behoeden
voor
de
valkuilen van de beeldcultuur?
geluid
Hoewel
film
nooit
echt
stil
geweest
is,
is
het
belang
van
het
geluid
pas
echt
gegroeid
met
de
komst
van
de
geluidsfilm.
Ondertussen
zijn
de
mogelijke
relaties
tussen
beeld
en
geluid
zo
talrijk
geworden
dat
een
degelijke
basisanalyse
zich opdringt.
Na
deze
sessie
ken
je
begrippen
als
geluidstypes
en
geluidsrelaties,
mickey
mousing,
verhalend
en
niet-verhalend
geluid,
onscreen
en
offscreen
geluid
en
intern
en
extern
geluid.
Bovendien
kunnen
ze
geluidstypes
en
relaties
herkennen
en
analyseren
binnen
zelf
gekozen
en/of
opgelegde
filmfragmenten.
beeldcompositie
Een
filmmaker
is
nagenoeg
altijd
gebonden
aan
het
beeldkader
bij
de
keuze
van
wat
hij
ons
wel
en
niet
toont.
Dat
lijkt
een
stevige
beperking
maar
door
weloverwogen
te
kiezen
hoe
hij
dat
kader
opbouwt,
kan
de
kijker
een
pak
extra
informatie krijgen.
Na
deze
sessie
ken
je
begrippen
als
beeld-
verhouding,
secundaire
kaders,
breathing
space,
rule
of
thirds,
compositie-evenwicht,
compositie-
lijnen
en
compositiefiguren.
Bovendien
kun
je
die
begrippen
ook
herkennen
en
analyseren
binnen
het
verhaal
van
zelf
gekozen
en/of
opgelegde filmfragmenten en screenshots.
camerabeweging
In
de
loop
van
de
filmgeschiedenis
kregen
de
camera
en
de
cameraman
steeds
meer
bewegingsvrijdheid.
Dat
levert
uiteindelijk
een
heel
arsenaal
aan
camerabewegingen
op
die
ingezet
kunnen
worden
om
het
verhaal
extra
te
ondersteunen.
Na
deze
sessie
ken
je
begrippen
als
statisch
en
dynamisch
shot,
pan,
tilt,
crane
shot,
tracking
shot,
dolly,
steadicam.
Bovendien
kun
je
deze
begrippen
herkennen
en
analyseren
in
functie
van
het
verhaal
binnen
zelf
gekozen
en/of
opgelegde filmfragmenten.
kleur
Bij
de
analyse
en
interpretaite
van
film(fragmenten)
speelt
kleur
vaak
een
even
belangrijke
als
gevaarlijke
rol.
Overinterpretatie
en
een
ondoordachte
benadering
van
kleurensymboliek
liggen
immers
op
de
loer.
Maar
wat
is
kleur
eigenlijk?
En
wat
doet
kleur?
En
hoe kunnen we dat voorzichtig ontdekken?
Na
deze
sessie
ken
je
de
filmische
kenmerken
van
kleur,
het
kleurenwiel,
kleurbalans,
kleursysteem,
kleurcontrast,
kleurovergang.
Bovendien
kun
je
deze
begrippen
herkennen
en
analyseren
in
functie
van
het
verhaal
binnen
zelf
gekozen en/of opgelegde filmfragmenten.
licht
De
analyse
van
lilcht
binnen
film
is
niet
zo
vanzelfsprekend
omdat
zo
goed
als
altijd
enkel
het
gevolg
en
niet
de
bron
zelf
zichtbaar
is.
We
doen
toch
een
voorzichtige
poging
omdat
de
fotografie
van
een
film
mee
een
belangrijk
stuk
van het verhaal schrijft.
Na
deze
sessie
ken
je
begrippen
als
director
of
photography,
hard
licht,
zacht
licht,
lichtrichtingen,
3-point
lighting.
Bovendien
kun
je
deze
begrippen
herkennen
en
analyseren
in
functie
van
het
verhaal
binnen
zelf
gekozen
en/of
opgelegde filmfragmenten.
montage
Montage
is
binnen
film
misschien
wel
hét
stilistische
element
bij
uitstek
omdat
het
bijpassende
knip-
en
plakwerk
zo
eigen
is
aan
deze
kunstvorm.
Soms
onzichtbaar,
soms
zeer
opvallend,
maar
bijna
altijd
met
een
enorme
meerwaarde.
Na
deze
sessie
ken
je
begrippen
als
continuïteits-
montage,
de
180°-regel,
axis
of
action,
shot-
reverse-shot,
eyeline
match,
match
on
action,…
Bovendien
kun
je
deze
begrippen
herkennen
en
analyseren
in
functie
van
het
verhaal
binnen
zelf
gekozen en/of opgelegde filmfragmenten.